Aansluiting aardlek/combinatieschakelaar
Indien in een neoninstallatie één of meer hoogspanningtrafo’s (tussen 1 en 10 kV) worden toegepast is ingevolge de Europese norm EN 50107 de aardlekbeveiliging altijd verplicht en bij “open neon” de combinatie aardleknullastschakeling.
Daartoe dient de trafo voorzien te zijn van een aansluiting “e” (kleine e) voor de toepassing van de aardlekschakeling en de aansluiting “l” (kleine l ) als van een combinatie aardleknullast sprake is.
Vanuit de voeding (het net 230 V) wordt eerst de schakelaar aangesloten en van daaruit de transformator(en).
Op de desbetreffende klemmen van de schakelaar wordt eerst de voeding aangesloten:
| L | = | primair (phase) | = | bruin |
|---|---|---|---|---|
| N | = | nul | = | blauw |
| PE | = | aarde | = | geelgroen |
Van de schakelaar naar de trafo als volgt:
| Schakelaar | Naar trafo | Kleur | Opmerking |
|---|---|---|---|
| l | l | (nullast) | |
| e | e | (aardlek) | |
| U | primair | bruin | |
| N | N | blauw | |
| PE | aarde | geelgroen |
Dus een 4-aderige aansluiting ingeval van aardlekbeveiliging en 5-aderig bij de combinatieschakelaar.